Chemotherapie en/of bestraling

Chemotherapie na de operatie

Na de operatie kunt u chemotherapie krijgen om eventueel achtergebleven kankercellen te doden. Belangrijk is dat we deze vorm van chemotherapie geven bij een genezende behandeling. Of u deze chemotherapie krijgt, hangt af van het stadium van de ziekte en uw leeftijd.

Als de chirurg u deze chemotherapie adviseert, krijgt u een gesprek met de oncoloog. In dit gesprek bespreekt de oncoloog welke behandeling of behandelopties het beste voor u zijn. Als u voldoende geïnformeerd bent, vraagt de oncoloog u of u deze behandeling wilt. Het is raadzaam om een familielid of vertrouwenspersoon mee te nemen naar dit gesprek.

Chemotherapie is een behandeling met cytostatica. Dit zijn medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed door uw lichaam. Ze kunnen op bijna alle plaatsen de kankercellen bereiken.

Behandeling met chemotherapie is in de vorm van een kuur. U krijgt een periode medicijnen en een periode niet. De chemokuur krijgt u meestal een aantal keer achter elkaar.

Bestraling en/of chemotherapie (endeldarmkanker)

Patiënten met endeldarmkanker krijgen voor de operatie eerst bestraling, soms in combinatie met chemotherapie. Deze behandeling duurt één tot vijf weken.

Chemotherapie als palliatieve behandeling

U kunt ook chemotherapie krijgen als u niet meer beter kunt worden. Het doel van deze chemotherapie is dan om uw klachten te verminderen en de tumor zo veel mogelijk te remmen. Of dit voor u een mogelijkheid is, bespreekt de arts met u. Dit hangt af van uw conditie en de ziekte.