Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde

Hier leest u over de algemene gang van zaken in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) van Rijnstate in Arnhem. De informatie is bedoeld voor medici, paramedici en alle denkbare groepen die mogelijk bij hun cliënten/patiënten tandheelkundige problemen constateren of in de problematiek een tandheelkundige component vermoeden. Als er na het lezen van deze informatie nog vragen bestaan, kunt u deze stellen aan de medewerkers van het CBT.

Algemeen 

Het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) van Rijnstate in Arnhem is gericht op patiënten bij wie behandeling in de algemene tandartspraktijk niet goed mogelijk is. Het CBT geeft in deze gevallen advies of neemt de tandheelkundige behandeling geheel of gedeeltelijk over. Situaties of afwijkingen die tot de bijzondere tandheelkunde gerekend kunnen worden zijn: 

  • problemen met een gebitsprothese door bijvoorbeeld soms sterk geslonken kaakwallen, abnormale verhoudingen tussen boven- en onderkaak of een sterke kokhalsreflex;
  • moeilijkheden bij kauwen, bijten of bewegen van de kaak door bijvoorbeeld pijn in het kaakgewricht of kauwspieren. Dit kan vergezeld gaan van geluiden in het kaakgewricht, (hoofd)pijn en/of bewegingsbeperking;
  • extreme angst voor de behandeling door de tandarts, zodat regelmatig bezoek aan de tandarts telkens wordt uitgesteld;
  • verstandelijke en/of lichamelijke handicap;
  • ernstige aangeboren afwijkingen zoals schisis(hazenlip), afwijkingen van het tandglazuur of het ontbreken van tanden en kiezen door een erfelijke oorzaak;
  • ernstige afwijkingen verkregen door een ongeluk waarbij de kaken betrokken waren of door operaties in verband met mondkanker of andere afwijkingen. Bestraling of medicijngebruik in verband hiermee kunnen ook een reden zijn;
  • medische aandoeningen die het gebit schaden of waarbij een gezonde mond, vrij van ontstekingen, absoluut noodzakelijk is (orgaantransplantatie of open-hartoperatie).

In het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde (CBT) werken tandartsen, tandartsassistenten en een mondhygiënist, die allen beschikken over specifieke deskundigheid met betrekking tot de behandeling van patiënten met bijzondere tandheelkundige problemen. Deze problemen reiken soms verder dan alleen de mond en het gebit. Het CBT werkt daarom nauw samen met fysiotherapeuten en een klinisch psycholoog. Daarnaast werkt het centrum nauw samen met de afdeling Mond- en Kaakchirurgie welke zich naast het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde bevindt.

Soms zijn naast de kaakchirurg ook andere specialisten betrokken bij de behandeling, zoals een orthodontist, KNO-arts, plastisch chirurg, kinderarts, neuroloog of anesthesioloog.

De tandartsen van het CBT zijn geen medisch specialisten, geen kaakchirurgen maar tandartsen met een specifieke deskundigheid. Door concentratie van patiënten met bijzondere tandheelkundige problemen ontwikkelen zij deze deskundigheid in diagnostiek en behandeling. 

Screening op BRMO 

Voor een opname of behandeling worden patiënten op BRMO gescreend. BRMO is de afkorting voor bijzonder resistente micro-organismen. Alle bacteriën die ongevoelig zijn voor veelgebruikte antibiotica noemen we BMRO.

De bekendste BRMO zijn: 

  • MRSA (Meticilline Resistente Staphylococcus aureus)
  • VRE (Vancomycine Resistente Enterokok)
  • ESBL (Extended Spectrum Beta Lactamase)

Screening op BRMO betekent dat wij onderzoeken of een patiënt drager is van een BRMO. Ook als patiënten gezond zijn, kunnen zij een BRMO bij zich dragen. Meestal zijn er dan geen verschijnselen of klachten. Bij minder weerstand is er een grotere kans op een infectie. Ook kunnen anderen besmet worden. Daarom is het belangrijk om te weten of een patiënt drager is. Zo voorkomen we bovendien dat patiënten onnodig in afzondering worden opgenomen. En kunnen we bij een infectie de juiste behandeling bieden.

Wanneer hebben patiënten meer kans op BRMO? 

De kans dat een patiënt een BRMO bij zich draagt, is groter als hij/zij: 

  • in de afgelopen twee maanden opgenomen is in een buitenlands ziekenhuis;
  • behandeld is in een buitenlands ziekenhuis;
  • vanwege het beroep in contact komt met levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens;
  • woont op een bedrijf met varkens, vleeskalveren of vleeskuikens;
  • ooit besmet is geweest met een BRMO;
  • in contact komt met een drager van een BRMO.

We vragen hiernaar bij opname of behandeling op de polikliniek. Op basis van de antwoorden en het onderzoek naar BRMO bepalen we of er extra voorzorgsmaatregelen nodig zijn.

Hoe doen we onderzoek naar BRMO? 

We onderzoeken het liefst voor de opname of behandeling of een patiënt drager is van een BRMO. Soms wordt na de behandeling alsnog gevraagd om mee te doen aan dit onderzoek. Dit doen we door met wattenstaafjes enkele uitstrijkjes te maken van de neus, keel, rectum en eventuele wonden. Deze wattenstaafjes worden onderzocht in het laboratorium. Na ongeveer drie werkdagen is de uitslag bekend.

De verwijzing 

Bij een tandheelkundig probleem moet eerst de eigen tandarts geconsulteerd worden. Is na dat tandartsbezoek geen afdoende oplossing voor handen, dan is een verwijzing naar het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde de aangewezen weg. Deze verwijzing moet zoveel mogelijk in samenspraak met de eigen tandarts geschieden.
Om een eerste consult te krijgen bij het CBT heeft de patiënt een verwijsbrief van zijn tandarts, huisarts of specialist nodig. Het centrum heeft hiervoor speciale verwijsformulieren. Indien deze formulieren niet in uw bezit zijn, kunt u deze opvragen bij het secretariaat van het CBT (088 - 005 77 11). 

Een goede verwijzing bevat in elk geval de volgende onderdelen:

  1. Persoonlijke gegevens van de patiënt;
  2. Het probleem en de relevante historie;
  3. Eigen bevindingen;
  4. Reeds uitgevoerde behandeling en resultaat;
  5. Concrete vraagstelling;
  6. Wensen ten aanzien van participatie in de behandeling.

Nadat de patiënt zich telefonisch heeft aangemeld, krijgt hij inschrijfformulieren thuisgestuurd. Deze formulieren moeten volledig worden ingevuld en teruggestuurd naar het Centrum van Bijzondere Tandheelkunde. Aan de hand van deze gegevens bepaalt een tandarts van dit centrum bij wie de patiënt wordt ingepland. De patiënt krijgt schriftelijk bericht wanneer hij op het Centrum van Bijzondere Tandheelkunde wordt verwacht. 

Behandeling en financiën 

Om te kunnen beoordelen of de patiënt voor tandheelkundige hulp in het CBT in aanmerking komt of om een advies te kunnen geven, onderzoekt de tandarts van het CBT de mondsituatie van de patiënt. In enkele gevallen wordt het advies van een kaakchirurg gevraagd of een ander specialisme.

Als de centrumtandarts meent dat de patiënt in aanmerking komt voor vergoeding van de kosten van bijzondere tandheelkundige hulp, stelt hij in overleg met de patiënt een behandelplan op. De kosten van de behandeling worden met de patiënt besproken. Daarbij wordt aangegeven welke kosten voor rekening van de patiënt komen (eigen bijdrage), en welke kosten

naar alle waarschijnlijkheid door de zorgverzekeraar worden vergoed. De tandarts van het CBT vult een aanvraagformulier in. Vervolgens worden het aanvraagformulier, het behandelplan en eventuele röntgenfoto’s en andere gegevens naar de zorgverzekeraar gestuurd.

De zorgverzekeraar beoordeelt of de patiënt in aanmerking komt voor een vergoeding van de kosten van de behandeling in het CBT. In een enkel geval maakt de adviserend tandarts van de zorgverzekeraar een afspraak met de patiënt voor een gesprek of tandheelkundig onderzoek om zich beter op de hoogte te stellen van de problematiek.

Komt de patiënt niet in aanmerking voor bijzondere tandheelkundige hulp, dan wordt deze in principe met een behandeladvies terugverwezen naar zijn eigen tandarts. Wanneer de patiënt toch behandeling in het CBT wenst, kan hij zich altijd op eigen kosten volgens het dan geldende uurtarief laten behandelen. De patiënt moet zich hierbij echter wel realiseren, dat de kosten vaak hoger zijn en de vergoedingen lager dan bij behandeling door de eigen tandarts.

Komt de patiënt in aanmerking voor vergoeding van bijzondere tandheelkundige hulp, dan kan met de behandeling worden begonnen, nadat dus toestemming is verleend door de zorgverzekeraar. De patiënt blijft in principe altijd patiënt van zijn eigen tandarts. Het CBT neemt voor zover nodig de behandeling tijdelijk over. De eigen tandarts zal eventueel voorbereidende behandelingen uitvoeren die niet noodzakelijkerwijs in het ziekenhuis hoeven plaats te vinden. Na uitvoering van het behandelplan wordt de patiënt vrijwel altijd terugverwezen naar zijn eigen tandarts. Deze voert ook de controles van de behandeling van het CBT uit nadat de patiënt klachtenvrij is terugverwezen. In een enkel geval, bij ernstige afwijkingen, wordt toestemming aan de zorgverzekeraar gevraagd om de controles bij het CBT uit te voeren.

Nadere toelichting bijzondere patiëntengroepen 

Patiënten met problemen door een gebitsprothese 

In het verleden werden in Nederland vaak op jeugdige leeftijd alle tanden en kiezen getrokken. Dit heeft gezorgd voor een grote groep tandeloze patiënten met ernstige problemen. Na het verwijderen van tanden en kiezen begint namelijk een langzaam slinken van de kaakwal waarin de tanden en kiezen verankerd zaten. Het loszitten van de onder- en /of bovenprothese in combinatie met pijnlijke slijmvliezen vormt voor deze groep patiënten het grootste probleem. Hierdoor gaat eten moeilijk en kan door onzekere gevoelens een sociaal isolement ontstaan.

Een andere categorie patiënten betreft mensen die last hebben van kokhalzen, branderig slijmvlies of jeuk onder de prothese. De oorzaak van deze problemen is niet altijd duidelijk, wel hebben deze patiënten behoefte aan begeleiding. Sommige patiënten hebben moeite om aan de gebitsprothese te wennen; ook zij verdienen veel aandacht.

De laatste categorie patiënten betreft mensen met bijvoorbeeld een grote onderkaak en een hele kleine bovenkaak. De anatomische verhouding maakt het vervaardigen van een gebitsprothese technisch tot een zware opgave. Implantaten (kunstwortels) zijn geen wondermiddelen maar vormen voor een deel van deze patiënten letterlijk een houvast waardoor ze weer beter kunnen functioneren.

Patiënten met moeilijkheden bij kauwen, bijten of bewegen van de kaak 
Kaakgewrichtsklachten zijn een verzamelnaam voor allerlei aandoeningen van het kaakgewricht, de kauwspieren en alles wat met het kauwmechanisme te maken heeft. De verschijningsvormen zijn enorm divers. Bijvoorbeeld: pijn in en rond de kaken, hoofdpijn, aangezichtspijn, kiespijn, vermoeid gevoel in het gelaat, pijn rond de ogen, pijn in de kauwspieren en pijn in de nek of schouders. Belangrijk doel in de diagnostiek van deze aandoeningen is het identificeren van tandheelkundige oorzaken. Diagnostiek en behandeling zijn multidisciplinair. Zowel bij het stellen van de diagnose als bij de behandeling kunnen meerdere behandelaars betrokken zijn.

Bij de behandeling van gewrichtsklachten van de kaak (TMD) bijvoorbeeld wordt de patiënt mogelijk gezien door zowel een tandarts, kaakchirurg als fysiotherapeut. De patiënt moet er rekening mee houden dat fysiotherapie niet onder de basisverzekering valt. Eventueel moet de patiënt hiervoor een eigen bijdrage betalen.

Patiënten met extreme angst voor de tandheelkundige behandeling 
De angst voor de tandarts kan uitmonden in een fobie. Hoewel de patiënt weet dat hij naar de tandarts moet, blijft hij dit uitstellen. De behandeling in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde varieert van psychologische benadering tot volledige narcosebehandeling. Vaak is er een enorme behandelachterstand die door een behandeling onder narcose kan worden ingehaald. Ook voor deze categorie patiënten is het uitgangspunt dat patiënt uiteindelijk weer normaal naar zijn eigen tandarts kan.

Patiënten met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap 
Patiënten met een verstandelijke handicap vertonen vaak een ongeremde angst voor de tandarts of vragen om andere redenen veel tijd voor een eenvoudige tandheelkundige behandeling. Autistische patiënten vergen dan weer een hele andere aanpak dan patiënten met het syndroom van Down. Patiënten met een lichamelijk handicap vragen vaak specifieke deskundigheid vanwege het vóórkomen van spasmen of behandeling in een ongebruikelijke houding. Het zoeken naar de voor de patiënt meest comfortabele houding kost vaak veel tijd en moeite. Deze categorie patiënten wordt in ons centrum behandeld onder algehele narcose en soms doorverwezen naar een ander centrum met specifieke expertise.

Patiënten met ernstige aangeboren afwijkingen 
Erfelijke aandoeningen komen ook in het gebit voor. Vaak zijn het afzonderlijke aandoeningen, soms zijn ze onderdeel van een syndroom. De meest bekende erfelijke aandoening van de mond is de hazenlip (schisis). Gelukkig wordt tegenwoordig deze opening tussen mond en neus vroegtijdig gesloten en de tandheelkundige behandeling grondig aangepakt, zodat de problemen op latere leeftijd niet meer zo groot zijn als vroeger. Problemen met de spraak of het uiterlijk (van de tanden) kunnen echter blijven bestaan.

Het niet of in een afwijkende vorm aanwezig zijn van tandglazuur (amelogenesis imperfecta) wordt niet altijd direct opgemerkt. De tanden kunnen heel gevoelig zijn (voor tandbederf).

Het ontbreken van een groot aantal tanden en kiezen (oligodontie) wordt vaak pas tijdens het wisselen ontdekt of wanneer blijkt dat de melktanden of kiezen niet vanzelf uitvallen. Dit kan leiden tot ernstige functionele stoornissen en afwijkingen in de vorm en de groei van het gelaat. Soms zijn op vroege leeftijd al tandheelkundige voorzieningen noodzakelijk om de ruimtes in de tandboog aan te vullen.

Patiënten met ernstige afwijkingen verkregen door een ongeluk of operaties in verband met mondkanker of andere afwijkingen
Mondkanker, cysten in de kaken of ongevallen waarbij het aangezicht is betrokken kunnen een sterke vormverandering van het gelaat en de kaken veroorzaken. Het aanbrengen van een prothese of het sluitend maken van de onder- op de boventandboog kan technisch erg ingewikkeld zijn. Om de patiënt weer zo goed mogelijk te laten functioneren zijn langdurige prothetische behandelingen nodig. Patiënten krijgen soms ineens problemen doordat zij delen van kaken moeten missen. Als er om reden van mondkanker ook nog bestraling moet plaatsvinden worden de problemen vaak nog erger. In het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde worden ook gelaatsprothesen gemaakt van siliconen. Na een neusamputatie of het verwijderen van een oorschelp kan met behulp van een prothese van siliconen de esthetiek enigszins hersteld worden.

Patiënten met medische aandoeningen die het gebit schaden of waarbij een gezonde mond, vrij van ontstekingen absoluut noodzakelijk is
De behandeling van een ziekte (bijvoorbeeld leukemie) kan een negatief effect hebben op de tanden en kiezen (bestraling/chemotherapie). Ook kunnen bestaande tandheelkundige problemen verergeren door de behandeling van een ziekte. Andersom kan de slechte toestand van het gebit een negatieve invloed hebben op de medische behandeling. Bij het uitvoeren van hartoperaties en transplantatie van organen en tijdens chemotherapie wordt de afweer van de patiënt (met opzet) verzwakt. Kleine ontstekingen aan het gebit kunnen dan grote problemen veroorzaken.

Een onderzoek naar deze haarden van ontsteking (focusonderzoek) wordt gezien als een onderdeel van de bijzondere tandheelkunde.

Contactgegevens 

Het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde is gevestigd in Rijnstate Arnhem. Route 24 / 1e verdieping
Wagnerlaan 55
6815 AD Arnhem
Telefoon: 088 - 005 7711
Fax: 088 - 005 6198
E-mail: CBT@rijnstate.nl

Als u in de eerste 24 uur na de poliklinische operatie ernstige klachten heeft, kunt u buiten kantoortijden de Spoedeisende Hulp bellen: 088 - 005 6680.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: