Bril voor uw kind

Uw kind heeft een bril nodig. Hier leest u hoe dat komt en welke soort glazen uw kind aangemeten krijgt. 

De orthoptiste heeft de ogen van uw kind onderzocht en geconstateerd dat uw kind een brekingsafwijking van de ogen heeft. Een bril corrigeert deze afwijking. 

Een brekings- of refractie-afwijking 

Wanneer de breking van het oog perfect is, wordt het licht zodanig ‘gebroken’ door het hoornvlies en de ooglens dat het beeld precies op het netvlies valt. De ooglens zorgt voor het scherpstellen bij kijken op verschillende afstanden, zoals u een verrekijker ook moet scherpstellen. Bij dichtbij kijken wordt de ooglens boller, bij op afstand kijken platter. Een brekingsafwijking of refractie-afwijking wil zeggen dat het beeld niet precies op het netvlies valt. Het beeld valt dan voor of achter het netvlies. Dit betekent niet dat de ogen ‘slecht’ zijn. De sterkte van de brillenglazen zegt niets over de gezondheid van de ogen, net zoals een schoenmaat niets zegt over de gezondheid van de voeten.

Soorten brekingsafwijkingen 

• Er kan sprake zijn van bijziendheid of myopie (een min-sterkte). Hierbij ziet uw kind dichtbij beter dan in de verte.
• Verder bestaat er verziendheid of hypermetropie (een plus-sterkte). Hierbij heeft uw kind voor zowel dichtbij als op afstand een bril nodig.
• De derde vorm is astigmatisme. Ook hierbij wordt er op alle afstanden een enigszins vervormd beeld gevormd. Zo kunnen bijvoorbeeld de horizontale lijnen scherp gezien worden en de verticale lijnen wazig. Astigmatisme kan voorkomen in combinatie met bijziendheid en verziendheid.

Bijziendheid 

Bij bijziendheid of myopie is de breking van het oog te sterk of het oog is te lang. Het beeld valt dan voor het netvlies. Daardoor kan uw kind dichtbij wel scherp zien, maar in de verte is het wazig. Met behulp van een min-bril valt het beeld weer op het netvlies. Bijziendheid bij kinderen neemt toe zolang zij groeien. Rond het twintigste levensjaar blijft de sterkte min of meer stabiel.

Verziendheid 

Bij verziendheid (hypermetropie) is de breking van het oog niet sterk genoeg of is het oog te kort. Het beeld valt daardoor achter het netvlies. Hier kan het oog zelf iets aan doen door te accommoderen (= scherpstellen). Bij het accommoderen wordt de spier rondom de ooglens aangespannen, waardoor de lens boller wordt. Daardoor wordt de breking sterker en kan het beeld op het netvlies terechtkomen. Bij dichtbij kijken moet iedereen altijd al accommoderen. Dit kost (veel) inspanning. Hierdoor kan uw kind last krijgen van hoofdpijn, zere ogen of moeite met langere tijd lezen. Ook kunnen de ogen gaan scheelzien. Om verziendheid te corrigeren is een plus-bril nodig. Daarmee hoeft het oog minder te accommoderen en zich dus minder in te spannen.

Na het langer dragen van een plus-bril leren de ogen zich beter te ontspannen en verdwijnt de extreme inspanning van het oog om goed te kunnen zien, en hiermee vaak ook de klacht. Wij zijn dus blij met deze ontspanning van het oog. De ontspanning van het oog levert echter bij een tweede meting soms nog een iets hogere plussterkte op. Vaak blijft de sterkte daarna stabiel. Als de verziendheid niet zo sterk is, kan het zijn dat er mede door de groei van het oog later geen bril meer nodig is. Op latere leeftijd is uw kind dan wel wat eerder aan een leesbril toe. De orthoptist kan hierover meer informatie geven.

Astigmatisme 

Bij astigmatisme heeft het oog geen ronde bolling, zoals bij een voetbal. De bolling is meer ovaal, zoals bij een rugbybal. De ene richting van het oog is wat boller, de andere richting is wat platter. Het oog heeft bijvoorbeeld verticaal een te sterke bolling, waardoor het beeld voor het netvlies ligt. Horizontaal is de bolling juist te weinig. Daar ligt het beeld achter het netvlies. Het verschil tussen de ene sterkte en andere sterkte wordt een cilinder genoemd.

Bij een bril met cilinders kunt u voor uw kind beter geen montuur kiezen met exact ronde glazen. Bij veroudering van het montuur zouden de glazen kunnen gaan draaien, zodat de asrichting van het glas niet meer klopt. Bij kinderen is een stevig montuur raadzaam. De bril blijft dan beter recht voor de ogen staan. Als uw kind voor het eerst door een bril met cilinders kijkt, kan alles er vreemd uitzien. Dat is even uitkijken met bijvoorbeeld traplopen. De meeste kinderen zijn na een paar dagen wel gewend aan de bril. Astigmatisme verandert meestal weinig.

Nog enkele toevoegingen: 

• Sommige mensen denken dat het beter is om zo lang mogelijk te wachten voor ze een bril gaan dragen. Ze denken dat de ogen zo beter getraind blijven en dat met een bril de ogen vlugger achteruitgaan. Dit is beslist niet waar. Door geen bril te dragen terwijl uw kind er wel behoefte aan heeft, maakt uw kind het zichzelf alleen maar lastig.
• Sommige kinderen hebben de gewoonte om bij het lezen of schrijven hun ogen dicht bij het boek of schrift te houden. Dit is op zichzelf niet schadelijk voor de ogen, maar het kan wel vermoeiend zijn.
• Het dragen van een zonnebril is niet slecht voor de ogen. Soms is het zelfs goed om een zonnebril op te hebben, bijvoorbeeld bij felle zon of in de sneeuw.