Aandoening, behandeling en onderzoek
Specialist in spreekkamer geeft patiënte een hand

Borstvoeding geven aan een randpremature en/of dysmature baby

Uw baby is geboren tussen 35 en 37 weken (randprematuur) of geboren met een te laag gewicht voor de duur van de zwangerschap (dysmatuur).
Omdat het geven van borstvoeding bij uw randpremature en/of dysmature baby niet hetzelfde gaat als bij een baby met een normaal geboortegewicht of bij een baby die met 40 weken wordt geboren, geven wij u hier uitleg over borstvoeding.

De geboorte 

Bij randpremature en dysmature baby’s zijn er onderling grote verschillen te zien. Zo kan een baby van 35 weken met een goed gewicht soms langer en effectiever drinken dan een baby van 38 weken met een te laag geboortegewicht. En omgekeerd komt ook voor. De medische ondersteuning die nodig is, verschilt ook per baby, waardoor de ene baby naar de couveuseafdeling moet en de andere baby op de kraamafdeling kan blijven.

Wat is er anders? 

Een aantal zaken kunnen bij uw randpremature en/of dysmature baby anders gaan. Zoals het voeden, slapen, ademen en het behouden van een goede temperatuur. Soms is er extra medische ondersteuning nodig, bijvoorbeeld bij te lage bloedsuikers, een infectie of geel zien. Voor het goed op gang komen van de borstvoeding is het prettig als u en uw baby bij elkaar kunnen blijven.

Voeden 

Dikwijls is er wel de mogelijkheid om uw baby direct na de geboorte aan te leggen. Een dysmature baby heeft hier vaak wel de kracht voor, terwijl een randpremature baby vaak wat meer aanloopproblemen laat zien. Doordat deze baby’s vaak veel en lang slapen, melden zij zich minder voor een voeding. Zodra er bijgevoed moet worden, is het belangrijk dat u gaat kolven, ook als uw baby wel aan de borst drinkt. Zie hiervoor de folder “Richtlijnen voor het afkolven van borstvoeding”.

De voedingen duren gemiddeld wat langer dan bij op tijd geboren baby’s. Daarom is het belangrijk om goed te weten wat effectief drinken is, zodat uw baby geen energie verliest met alleen maar zuigen of sabbelen aan de borst. Randpremature baby’s pauzeren wat vaker aan de borst en moeten dus wat meer gestimuleerd worden om door te drinken.
Soms laten ze pas na enkele dagen wat meer problemen zien bij het drinken, ze vallen dan steeds sneller in slaap. Er wordt dan opnieuw gekeken op welke manier uw baby toch voldoende intake krijgt.

Ademhaling 

Door een verminderde spierspanning kan uw randpremature baby moeite hebben met zuigen. Tijdens een voeding kan het lastig zijn om het zuigen af te wisselen met de ademhaling. Uw baby kan dan ook stresssignalen laten zien, zoals fronsen, wenkbrauwen optrekken, neusvleugelen, snelle ademhaling, knoeien of opvallende geluiden maken. We adviseren u dringend in dat geval het drinken te onderbreken.

Slapen 

Vaak slaapt uw randpremature en/of dysmature baby meer en moet uw kindje dus iedere 3 uur gewekt worden voor een voeding. Soms kan het zinvol zijn om er eens 4 uur tussen te laten zitten en te kijken of uw baby zich dan uit zichzelf meldt of actiever is.

Temperatuur 

Een dysmature baby moet meer moeite doen om zichzelf op temperatuur te houden omdat hij minder onderhuids vet heeft. Huid op huidcontact is daarom belangrijk, evenals het gebruik van kruikjes en omslagdoeken.

Belangrijke aspecten gedurende de eerste dagen na de bevalling 

  • Huid op huidcontact zorgt voor: hoger hartritme, hogere temperatuur, hogere bloedsuiker, hogere saturatie (zuurstofvoorziening van het bloed) en een betere kans op de eerste keer succesvol aanleggen.
  • Extra aandacht voor de lichamelijke conditie van uw baby door vaker te temperaturen, alert zijn op geel zien, slaperigheid of sufheid van uw baby.
  • Het is nodig dat uw baby vaker gewekt wordt voor de voeding.
  • Extra aandacht voor het op gang brengen van de melkproductie, indien nodig laagdrempelig starten met afkolven en zo nodig bijvoeden met afgekolfde moedermelk.

Wat kunt u als moeder zelf nog doen 

Tijdens de voeding kunt u borstcompressie toepassen. Dit is een eenvoudige techniek om de melkstroom te stimuleren.
Bijvoeding wordt bij voorkeur gegeven met een dunne sonde langs de tepel. Andere mogelijkheden zijn bijvoeden met een cupje of vingervoeden. Soms is het nodig om de voeding via een sonde te geven. Dit is met name zinvol als uw baby te slaperig is en het drinken teveel energie kost.

Bijvoeden met de fles 

Als de hoeveelheden voeding oplopen, kan het handig zijn om met een flesje (therapeutisch) bij te voeden. Uw baby wordt dan zo dicht mogelijk bij de borst gevoed, het liefst in zijligging.

Het is belangrijk om eerst de zoekreflex uit te lokken en daarna pas de speen aan te bieden. We adviseren u om de fles horizontaal vast te houden, zodat uw baby wat meer moeite moet doen om de fles te drinken. De voorkant van de speen moet dan wel gevuld blijven met wat melk. Een lange rechte speen met een langzame flow wordt door veel logopedisten aangeraden.

Het is belangrijk dat u na het ziekenhuisverblijf niet in een “zorggat” valt. Als u geen kraamzorg meer heeft, kunt u voor vragen contact opnemen met een lactatiekundige of een vrijwilliger van VBN (Vereniging Borstvoeding Natuurlijk) of LLL (La Leche Leaque).

Wat kunt u doen als uw kindje matig groeit 

  • Voedingen niet langer laten duren dan 30 minuten.
  • Goed kijken of uw baby effectief doordrinkt.
  • Eventueel sneller van borst wisselen.
  • Het aantal voedingen ophogen.
  • Het aantal voedingen juist verminderen als het uw baby teveel energie kost om alle voedingen aan de borst te drinken. Uw baby krijgt dan om en om de borst en de fles.
  • Ophogen van de hoeveelheid.

Om de borstvoeding bij uw randpremature en/of premature baby goed te laten slagen, is vooral veel geduld nodig. Ook na enkele weken oefenen kan het nog prima mogelijk zijn om volledig aan de borst te voeden.

Vragen en informatie 

Als zich problemen voordoen, kunt u een vrijgevestigde lactatiekundige inschakelen. Op de site www.nvlborstvoeding.nl kunt u een lactatiekundige in uw regio vinden.

Vereniging Borstvoeding Natuurlijk 

Als u een vraag heeft over borstvoeding, kunt u gebruikmaken van de telefonische informatiedienst. Via de informatielijn 0343-576626 worden namen en telefoonnummers van contactpersonen doorgegeven die u vervolgens kunt bellen.
Website: www.borstvoedingnatuurlijk.nl

La Leche League 

Heeft u vragen over borstvoeding of wilt u overleggen over een specifieke situatie, dan kunt u bellen met de landelijke telefonische hulpdienst, telefoon 0111-413189

Nuttige informatie over borstvoeding kunt u vinden op www.borstvoeding.com.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: