Bijwerkingen in de mondholte
Wat zijn bijwerkingen in de mondholte?
Door bestraling in het hoofd/halsgebied of door chemotherapie kunnen bijwerkingen in de mondholte ontstaan. De activiteit van de speekselklieren kan (soms tijdelijk) verminderen. Hierdoor kan de conditie van het gebit achteruit gaan. Door de verminderde speekselvloed kan er sneller cariës (gaatjes) ontstaan. Ook kan in een droge mond het tandvlees en het mondslijmvlies sneller geïrriteerd raken.
Risicogroepen
Patiënten die radiotherapie in het hoofd/hals gebied krijgen, waarbij een of meerdere speekselklieren in het stralingsveld liggen. Patiënten die chemotherapie krijgen.
Preventie
Ontsteking en/of irritatie van het mondslijmvlies (mucositis) door radiotherapie of chemotherapie is in veel gevallen niet te voorkomen maar soms wel enigszins te beperken. Bestralingscariës kan in veel gevallen voorkomen dan wel beperkt worden door fluoride behandelingen. Een goede mondzorg kan de kans op het ontstaan van bijwerkingen aanzienlijk verkleinen. Daarbij kan de mondhygiëniste van het ziekenhuis adviseren en begeleiden.
Behandeling
Voorafgaand aan de radiotherapie wordt een bezoek gebracht aan de mondhygiëniste van het ziekenhuis. Zij zal de mond inspecteren en instructies en adviezen geven wat betreft de mondhygiëne. Tijdens de bestralingsperiode dient de patiënt het gebit zelf regelmatig te reinigen. Door het gebruik van fluoridegel of fluoridespoeling (voorgeschreven door de mondhygiënist) zal het gebit extra beschermd worden tegen cariës. Ook wordt er eenmaal per week een bezoek gebracht aan de mondhygiëniste. Ongeveer drie maanden na afloop van de therapie neemt de huistandarts of –mondhygiëniste de zorg weer over.
