Behandelingen van de schildklier

Bij schildklieraandoeningen zijn er drie mogelijke behandelingen:

• geneesmiddelen
• een behandeling met ethanol
• radiofrequente ablatie
• radioactief jodium
• een schildklieroperatie.

In het Schildkliercentrum kiezen we samen met u de meest geschikte behandeling. Dit hangt onder andere af van de schildklieraandoening die u heeft.

Geneesmiddelen

Heeft u een tekort aan schildklierhormonen, dan slikt u medicatie die het tekort aanvult. Uw arts voert de dosering van de medicatie langzaam op, totdat u geen klachten meer heeft. Dit instellen van de therapie wordt nauwkeurig gevolgd met bloedonderzoek.

Produceert u te veel schildklierhormoon, dan krijgt u medicatie die de schildklierfunctie afremt.

Behandeling met ethanol

Een behandeling met ethanol (ablatie) wordt gebruikt bij schildkliercystes (holtes met vocht). De radioloog prikt de cyste in uw schildklier aan en zuigt het vocht eruit. De cyste wordt gespoeld met water en ethanol (alcohol). Vervolgens wordt er nog een keer ethanol in de cyste gespoten. Hierdoor verschrompelt de cyste en zal deze zich in principe niet meer met vocht vullen. 

Radiofrequente ablatie 

Radiofrequente ablatie (RFA) wordt gebruikt voor schildklierknobbels die uit schildklierweefsel bestaan of uit weefsel met meerdere cystes (holtes met vocht). Bij radiofrequente ablatie wordt een naald in de schildklierknobbel gebracht. De naald verhit het weefsel in de knobbel, waardoor deze in de weken en maanden na de behandeling langzaam verschrompelt. 

Op dit moment wordt binnen Rijnstate wetenschappelijk onderzoek gedaan om de resultaten van radiofrequente ablatie te vergelijken met radioactief jodium, voor de behandeling van schildklierknobbels die te veel schildklierhormoon aanmaken. Meer informatie hierover vindt u op de pagina Wetenschappelijk onderzoek bij schildklieraandoeningen.

Radioactief jodium

Radioactief jodium wordt bij drie schildklieraandoeningen gebruikt:

• bij een te snel werkende schildklier die niet op medicijnen reageert
• bij een groot struma om het struma te verkleinen
• als nabehandeling bij schildklierkanker om het restje schildklier dat na operatie overblijft, volledig weg te stralen.

Schildklieroperatie

Een operatie komt meestal aan de orde als uw schildklier zo groot is geworden, dat hij op uw luchtpijp en zenuwen drukt. Dit veroorzaakt klachten. Een andere belangrijke reden om te opereren is als het vermoeden bestaat dat de schildklieraandoening kwaadaardig is. Meestal wordt slechts een helft van de schildklier verwijderd. Blijkt het om een kwaadaardige aandoening te gaan, dan wordt soms de hele schildklier verwijderd. Het kan zijn dat een tweede ingreep daarvoor nodig is. Aanvullend volgen dan nog één of meerdere behandelingen met radioactief jodium. Gelukkig kan een meerderheid van de patiënten met schildklierkanker op deze manier worden genezen.

Lees meer over het Schildkliercentrum

Handige websites

• Schildklierorganisatie Nederland (SON)