Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Behandeling met methotrexaat (MTX) bij sarcoïdose

U heeft in overleg met uw behandelend arts besloten dat u het medicijn methotrexaat (MTX) gaat gebruiken bij de behandeling van sarcoïdose. Hier leest u informatie over dit medicijn.

Wat doet MTX 

Methotrexaat (MTX) is een geneesmiddel dat de activiteit van sarcoïdose vermindert. Het onderdrukt de ziekte en vermindert daardoor de klachten. MTX werkt langzaam in. Het kan vier tot twaalf weken of soms zelfs langer duren voordat het effect voor u merkbaar en voelbaar is. Uw arts adviseert u daarom meestal in eerste instantie naast MTX andere ontstekingsremmende middelen te gebruiken zoals prednison. 

Het gebruik van MTX 

MTX kan worden toegediend in de vorm van tabletten of injecties. Als MTX bij u goed blijkt te werken, kunt u dit middel vele jaren gebruiken. Hoe lang, in welke vorm en dosering u dit medicijn krijgt voorgeschreven, bespreekt de behandelend arts met u. De startdosis is 10 milligram per week. Aan de hand van bloedonderzoek verhogen we de MTX in stappen van 2,5 milligram per twee weken naar meestal 15 milligram per week. 

Bloedcontrole 

Door regelmatig het bloed te controleren, kunnen we een aantal bijwerkingen (lever-, nierfunctiestoornis, afwijkende aanmaak van bloedcellen) vroegtijdig opsporen. Houdt u zich daarom goed aan de afspraken voor bloedcontrole: de eerste keer na twee weken, hierna tijdens de controles. We adviseren u om bloed te laten prikken kort voor inname van methotrexaat, bijvoorbeeld een dag van tevoren. 

Voorafgaand aan de behandeling 

Voordat we starten met MTX moet u uw bloed laten onderzoeken, zodat uw behandelend arts het kan beoordelen.

Methotrexaat in tabletvorm 

MTX is in tabletvorm beschikbaar in tabletten van 2,5 milligram of 10 milligram. Om de kans op bijwerkingen zo klein mogelijk te houden, slikt u de MTX tabletten slechts één dag per week: 

  • of alle tabletten ineens;
  • of de tabletten verdeeld over de dag.

U kunt de tabletten het beste tijdens de maaltijd met water innemen. MTX mag u niet met melk innemen.

Methotrexaat injecties 

Als u MTX in de vorm van een injectie krijgt voorgeschreven, bestaat de behandeling uit één injectie per week. Deze wordt onder de huid (subcutaan) toegediend. De praktijkassistente van de huisarts leert u hoe u zichzelf deze injectie kunt geven. 

Aanvullende informatie 

MTX behoort momenteel tot één van de meest effectieve middelen bij de behandeling van diverse reumatische ziekten met name reumatoïde artritis en artritis psoriatica, maar ook bij sarcoïdose levert het vele goede resultaten op.

Let bij het gebruik van MTX wel op een aantal dingen. 

  • Wees voorzichtig met alcohol. Er is een groter risico op leverfunctiestoornissen wanneer u alcohol in combinatie met MTX gebruikt. Wij adviseren u om op de dag van inname van de MTX geen alcohol te gebruiken.
  • Als uw (huis)arts het nodig vindt om u met een antibioticum te behandelen (bijvoorbeeld voor een luchtweginfectie of blaasontsteking) dan moet u altijd melden dat u MTX gebruikt. Bepaalde antibiotica (zoals trimethoprim en cotrimoxazol/bactrimel) mogen niet gecombineerd worden met MTX. Uw apotheker houdt in de gaten of combinaties van middelen met MTX veilig zijn.
  • Als u een flinke infectie heeft, zoals een forse griep, tandwortelabces, zwerende wond, longontsteking, galblaasontsteking of blindedarm ontsteking, adviseren we u MTX enkele weken niet in te nemen totdat de infectie goed genezen is. Daarna kunt u de voor u gebruikelijke dosis weer innemen. De overgeslagen dosis mag u niet inhalen. In geval van twijfel kunt u overleggen met de ILD-verpleegkundige.
  • Meld verandering van uw medicijnen altijd bij de apotheek en behandelend artsen (nieuwe medicijnen of verandering van de dosis). Dit kan een nadelig effect hebben op de nierfunctie, onder andere bij gebruik van plastabletten (diuretica).
  • Als u ook al kortwerkende ontstekingsremmers, zoals ibuprofen, diclofenac of celecoxib, in combinatie met MTX gebruikt, kan dit een verhoogde kans op leverfunctiestoornissen geven.
  • MTX behoort tot de zogenaamde cytostatica. Cytostatica zijn stoffen die de groei van cellen remmen en snelgroeiende, woekerende cellen kunnen doden. Cytostatica gebruiken we bij de behandeling van diverse soorten kanker. MTX schrijven we hierbij al sinds 1948 voor in doseringen tot 1000 milligram. De dosis methotrexaat die we gebruiken bij sarcoïdose is vele malen lager (7,5 tot 20 milligram per week), waardoor de werking anders is en de bijwerkingen veel minder vaak optreden. De dosering MTX, gebruikt bij de behandeling van sarcoïdose, is vergelijkbaar met of iets lager dan de dosering in de reumatologie.

Bijwerkingen 

Bij het gebruik van MTX kunnen bijwerkingen ontstaan, die vrijwel altijd tijdelijk zijn en verdwijnen na het verlagen van de dosis. Zelden moeten we het middel definitief stoppen. Foliumzuur (een vitamine) vermindert de kans op bijwerkingen. Daarom krijgt u dit middel ook voorgeschreven: één keer per week één tablet van 5 milligram. U neemt deze tablet 24 uur na de methotrexaat in, dus nooit op dezelfde dag van inname van de MTX. 

Bij het gebruik van MTX kan een aantal bijwerkingen optreden: 

  • Maag- en darmklachten, zoals misselijkheid, diarree, vol gevoel in de buik, irritatie of ontsteking van het mondslijmvlies.
  • Afwijkende leverwaarden. Hier merkt u meestal niets van, maar dit blijkt uit de bloedcontroles. Zo nodig passen we de dosis MTX aan, maar meestal verdwijnt de afwijking weer vanzelf.

Er zijn ook bijwerkingen die minder vaak voorkomen, zoals: 

  • een stoornis in de aanmaak van witte bloedlichaampjes en/of bloedplaatjes door remming van het beenmerg. De gevolgen daarvan kunnen zijn: koorts, infecties en spontane blauwe plekken;
  • kortademigheid, hoesten en koorts als gevolg van het ontstaan van een bijzondere vorm van een longaandoening. Waarschijnlijk ontstaat deze bijwerking door overgevoeligheid voor methotrexaat. Daarom maken we meestal eerst een longfoto bij het starten met methotrexaat.

Bijwerkingen die zelden optreden, zijn: 

  • haaruitval, huiduitslag;
  • hoofdpijn, duizeligheid, depressieve gevoelens;
  • verandering van de nierfunctie (in combinatie met andere medicijnen, zoals plastabletten);
  • verhoogde vatbaarheid voor infecties.

Als één of meerdere van de genoemde klachten bij u optreden, neemt u dan contact op met uw behandelend arts of de ILD-verpleegkundige.

Gebruik bij kinderwens en borstvoeding 

MTX kan de vorming van ei- en zaadcellen nadelig beïnvloeden. Bovendien is het bekend dat het gebruik van MTX tijdens de zwangerschap kan leiden tot miskramen en aangeboren afwijkingen. Het is daarom absoluut noodzakelijk om tijdens de behandeling met MTX te zorgen voor een goede, betrouwbare anticonceptie (periodieke onthouding is niet betrouwbaar). U moet met deze anticonceptie doorgaan tot minstens zes maanden na het stoppen van de MTX. Als u een kinderwens heeft, overlegt u dit dan eerst met uw behandelend arts (dit geldt ook voor mannen). In de periode dat u borstvoeding geeft, mag u géén MTX gebruiken.

Vragen? 

Wanneer u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, beantwoordt uw behandelend arts en ILD-verpleegkundige deze graag. De polikliniek Longgeneeskunde is bereikbaar via telefoonnummer 088 - 005 7790. 

Wegens verscherpte eisen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) met betrekking tot poliklinisch voorschrijven van methotrexaat worden herhaalrecepten alleen voorgeschreven door de longarts en niet meer via de huisarts. 

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: