Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Artrose in de heup

Hier vindt u informatie over artrose (gewrichtsslijtage) in de heup en de behandeling daarvan.

Het heupgewricht 

Het heupgewricht is een kogelgewricht. Het maakt het mogelijk om het dijbeen (femur) te bewegen ten opzichte van het heupbeen (bekken). Het bekken bevat een holte, de heupkom (acetabulum). De kop van het dijbeen past in de heupkom en samen vormen zij zo het kogelgewricht dat het been een grote beweeglijkheid geeft. Zie figuur 1.

De buitenkant van de dijbeenkop en de binnenkant van de heupkom zijn bedekt met kraakbeen. Het oppervlak van het kraakbeen is stevig en zeer glad, waardoor de twee oppervlakten bij alle bewegingen soepel over elkaar heen kunnen schuiven. Stevige gewrichtsbanden houden het bekken en het dijbeen bij elkaar, dekken het gewricht af en stabiliseren het. De bewegingen van het heupgewricht worden aan de achterkant en zijkant gestuurd door de bilspieren. Aan de voorkant gebeurt dat door de dijbeenspieren. Een gezonde heup laat het been vrij bewegen binnen zijn bewegingsbereik. De heup ondersteunt intussen het bovenlichaam en vangt de schokken op bij activiteiten zoals lopen en rennen.

Figuur 1. Anatomie van de heup

Artrose 

Hoe artrose (gewrichtsslijtage) ontstaat, is niet precies bekend. Het is wel duidelijk dat het afhankelijk is van meerdere factoren. Artrose is een aandoening van de gewrichten die voornamelijk op oudere leeftijd voorkomt. Door aangeboren afwijkingen, beschadiging na breuken of ontstekingen, kan artrose ook eerder ontstaan. Bij artrose raakt het kraakbeen in het gewricht beschadigd. Het gaat in kwaliteit achteruit. Door de afname van het kraakbeen kan het gewricht minder goed de schokken van een beweging opvangen. Uiteindelijk kan het kraakbeen geheel verdwijnen en bewegen ruwe botuiteinden langs elkaar. Bewegen doet dan pijn en kan gepaard gaan met krakende en knoepende sensaties. De belasting op de heupkom boven het kraakbeen verandert. Er komt meer kracht op. Het bot probeert deze grotere belasting op te vangen door wat breder te worden. Aan de rand van de heupkom kunnen zich benige uitsteeksels vormen. Zie afbeelding 2a en 2b. 

Figuur 2a. Heup met artrose
Figuur 2b. Heup zonder artrose

U kunt artrose in één gewricht (mono-artrose) hebben, of in meerdere gewrichten (poly-artrose). Als u in één gewricht artrose heeft, hoeft dit echter niet te betekenen dat u het ook in een ander gewricht krijgt. De heupkop verliest op den duur zijn bolle vorm en wordt hoekig met een onregelmatig en ruw oppervlak. De heupspieren worden minder gebruikt doordat het gewricht pijnlijk is, waardoor de kracht en het volume van de spieren afneemt. 

Gevolgen van artrose in de heup 

De invloed van artrose op uw dagelijkse leven hangt af van hoe de aandoening zich ontwikkelt. Dat is bij iedereen anders.

Heupartrose veroorzaakt vaak een continue pijn in de lies. Deze pijn kan uitstralen naar de bilstreek, het bovenbeen en de knie. Andere klachten kunnen zijn nachtpijn, ochtendstijfheid, startstijfheid, verminderde beweeglijkheid, afname van spierkracht en stabiliteit en een verminderde conditie. Bewegingen als opstaan, lopen, fietsen en bukken gaan moeilijk of lukken niet meer. Er kunnen ook ontstekingen in de gewrichten ontstaan.

Door deze klachten kunnen problemen ontstaan met allerlei activiteiten zoals lopen, traplopen, in en uit de auto stappen, fietsen of schoenen aantrekken. Door toename van artrose kan de pijn verergeren en de beweeglijkheid van het heupgewricht verminderen. Het komt vaak voor dat in de loop van de tijd de pijnklachten verminderen, ondanks een steeds verder afnemende beweeglijkheid en een toenemend verlies van de gewrichtsfunctie. 

Behandeling van artrose in de heup 

Artrose is niet te genezen. Daarom denken veel mensen dat er aan artrose niets gedaan kan worden. Dat klopt niet. U kunt uw leefstijl aanpassen en maatregelen treffen waardoor de klachten afnemen.

In Rijnstate Arnhem worden patiënten met artrose in de heup onderzocht, behandeld en eventueel begeleid door een orthopedisch chirurg gespecialiseerd in heupartrose.

De orthopedisch chirurg geeft u adviezen die passen bij uw situatie. Dit advies kan bestaan uit veranderen van uw leefstijl, het voorschrijven van pijnstillers of het advies bepaalde voedingstoffen (glucosaminesulfaat en chondroïtinesulfaat) te gaan gebruiken. Dit alles kan gecombineerd worden met een oefenprogramma bij uw eigen fysiotherapeut.

Leefstijl

Pas uw leefstijl aan:

  • Voorkom overgewicht en val zo nodig af. Overgewicht is een risicofactor voor het krijgen van artrose. De arts kan u verwijzen naar een diëtist.
  • Blijf bewegen. Omdat bewegen pijnlijk kan zijn, heeft u misschien de neiging minder te bewegen. Maar een heupgewricht met daaromheen goed geoefende spieren kan meer verdragen en doet juist minder pijn. Zoek een activiteit die bij u past en die u vol kunt houden. Ga bijvoorbeeld wandelen, zwemmen of fietsen in plaats van hardlopen of springen.
  • Beperk activiteiten die uw klachten kunnen verergeren, zoals traplopen, hurken of kruipen. Wissel zware en lichte taken af en pas op met tillen en sjouwen.
  • Rust op tijd uit, zeker als de heup pijnlijk is. Zoek een goed evenwicht tussen rust en activiteit en verander regelmatig van houding en beweging. Koel het gebied rondom de heup als deze pijnlijk is met een coldpack of een washandje met ijsklontjes.
  • Maak gebruik van hulpmiddelen die uw heup verlichting kunnen geven, zoals een stok, kruk of rollator

Pijnstillers 

Pijnstillers die we vaak voorschrijven bij artrose zijn:

  • Paracetamol. Paracetamol is een pijnstiller die de meeste mensen goed verdragen en die geen maagproblemen veroorzaakt. U mag maximaal acht maal per dag een tablet van 500 mg innemen. Het is raadzaam om de tabletten op vaste tijden in te nemen.
  • Ontstekingsremmers (NSAID’s). Deze medicijnen remmen de ontsteking en verminderen de verschijnselen die daarbij horen, zoals pijn en stijfheid. Meestal wordt deze medicatie voorgeschreven voor maximaal twee weken, omdat maag- en darmklachten als bijwerking kunnen optreden. NSAID’s worden daarom vaak gecombineerd met een maagbeschermer. Verder kan het gebruik van NSAID’s invloed hebben op de werking van andere medicijnen. Het is daarom belangrijk dat u aan uw arts vertelt dat u ontstekingsremmers gebruikt.
  • Tramadol. Tramadol is een morfineachtig medicijn en werkt pijnstillend, maar niet verslavend. Het gebruik van Tramadol moet langzaam worden op- en afgebouwd.

Omdat niet iedereen hetzelfde op medicijnen reageert, zal de orthopedisch chirurg u hierin adviseren. De pijnstillers kunnen het slijtageproces niet stoppen.

Glucosaminesulfaat en chondroïtinesulfaat  

Glucosaminesulfaat en chondroïtinesulfaat zijn voedingssupplementen en bouwstenen van belangrijke onderdelen van het kraakbeen en de gewrichtsvloeistof. Ze kunnen de kraakbeencellen helpen bij het repareren van het kraakbeen. Tot nu toe is niet wetenschappelijk aangetoond dat deze voedingsstoffen echt het herstel van het kraakbeen bevorderen. Wel is bewezen dat zij bij veel patiënten zorgen voor een duidelijke vermindering van de pijn en de stijfheid van het gewricht. Deze voedingsstoffen zijn in tabletvorm verkrijgbaar. Mocht er na ongeveer drie maanden nog geen verbetering merkbaar zijn, dan kunt u stoppen met deze voedingsupplementen. 

Fysiotherapie

Met fysiotherapie kunt u het achteruitgaan van het heupgewricht vertragen. Door oefeningen verhoogt u de mobiliteit en soepelheid van uw heup en versterkt u de spieren van uw heupregio.

Uit onderzoek is bekend dat mensen met heupartrose verminderde kracht hebben in hun heup- en bovenbeenspieren, vergeleken met gezonde leeftijdsgenoten. Door deze verminderde kracht bent u beperkt in uw dagelijks leven. Het is ook bekend dat krachttraining van de heupspieren zorgt voor afname van de pijnklachten.

Uw eigen fysiotherapeut kan u middels oefentherapie helpen de kracht, stabiliteit en conditie te verbeteren. Dit kan helpen de pijnklachten te doen verminderen. Er zal met u gewerkt worden aan uw eigen specifieke, individuele doelstellingen en samen met uw fysiotherapeut zal gekeken worden hoe u uw werk-, vrije tijd- en sportactiviteiten verder kunt invullen.

Operatieve ingreep 

Als de klachten van artrose niet verminderen door bovenstaande behandelingen, kan een operatie noodzakelijk zijn. Mogelijke onderzoeken en operatieve ingrepen: 

  • Een marcaïnisatie; dit is een onderzoek waarbij u een injectie met verdovende vloeistof (marcaïne) in het heupgewricht krijgt. Soms wordt ook Kenacort (een ontstekingsremmer) achtergelaten. Een marcanïsatie is bedoeld om te onderzoeken of de pijnklachten na de injectie minder worden of verdwijnen. Hierdoor wordt het mogelijk om een pijnlijke aandoening van de heup te onderscheiden van andere aandoeningen die in de buurt van de heup tot soortgelijke klachten kunnen leiden.
  • Een kijkoperatie. Met een kijkoperatie kan de orthopedisch chirurg de binnenkant van het gewricht bekijken en eventuele losse fragmenten verwijderen.
  • Een heupprothese. Er kan een heupprothese worden geplaatst als laatste behandeloptie om de beschadigde delen van het heupgewricht vervangen. Voor deze behandeling bent u welkom bij Rijnstate Clinics.

Contact 

Mocht u na het lezen van deze informatie nog vragen hebben, dan kunt u deze stellen tijdens het bezoek aan het spreekuur of u kunt een telefonische afspraak maken met uw orthopedisch chirurg. 

Telefoonnummers 

Polikliniek Orthopedie: 088-005 7744 

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: