Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Antistollingsmedicatie rondom uw onderzoek of behandeling

U gebruikt antistollingstabletten (acenocoumarol of fenprocoumon), waarvoor u bij de trombosedienst gecontroleerd wordt. Binnenkort komt u in Rijnstate voor een onderzoek of behandeling. Van tevoren moet de dosering van uw antistollingstabletten worden aangepast, zodat de stollingswaarde van uw bloed (INR-waarde) lager wordt.

Welke afspraken heeft Rijnstate met de trombosedienst gemaakt?

De arts die het onderzoek of de behandeling uitvoert, stuurt een ingrepenformulier naar de trombosedienst. Dat formulier gebruikt de trombosedienst om u een aangepaste doseerbrief te kunnen sturen en eventueel een extra controle af te spreken. 

Hoe weet ik wanneer ik moet stoppen met de antistollingstabletten? 

Op welke dagen u moet stoppen met de tabletten, leest u op de doseerbrief van de trombosedienst. Meestal is dit een paar dagen vóór het onderzoek of de behandeling. Soms is stoppen alleen niet voldoende. Dan neemt de trombosedienst contact met u op over een recept vitamine K om uw INR-waarde verder te laten dalen. 

En na het onderzoek / de behandeling? 

Na het onderzoek of de behandeling volgt u de doseerbrief van de trombosedienst op, tenzij uw arts na het onderzoek/de behandeling anders adviseert. 

Moet ik nadroparine-injecties gebruiken? 

Het kan zijn dat u tijdelijk injecties met nadroparine moet gebruiken. Uw behandelend arts bij Rijnstate geeft u het recept hiervoor mee en zorgt ervoor dat u (of iemand anders) weet hoe u deze injecties moet toedienen. U hoort van de trombosedienst wanneer u met de nadroparine moet starten. Meestal is dat op de dag nadat u met de antistollingstabletten bent gestopt. 

Op de avond vóór en op de dag van het onderzoek of de behandeling mag u in principe geen injecties gebruiken.

Na het onderzoek of de behandeling begint u weer met de injecties. Het moment van hervatten wordt bepaald door uw behandelend arts bij Rijnstate. U krijgt van de trombosedienst bericht wanneer u met de injecties kunt stoppen. Meestal is dat zodra er één keer een goede INR-waarde is gemeten.

Let op:
Als de datum van het onderzoek of de behandeling nog niet bekend is, moet u deze zélf doorgeven aan de trombosedienst, zodra deze datum bekend is. 

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Neemt u dan contact op met uw trombosedienst of de polikliniek van het specialisme waar u behandeld wordt.

TromboseZorg Dichtbij
Bent u patiënt bij TromboseZorg Dichtbij? Neemt u dan contact met hen op via:

Telefoonnummer: 0487 - 740 400 (Keuze 1)
Op werkdagen bereikbaar van 8.00 – 12.30 uur en van 13.00 – 17.00 uur.

Andere trombosedienst
Bent u patiënt bij een andere trombosedienst? Neemt u dan contact op met uw eigen trombosedienst.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: