Algemene voedingsadviezen diabetes mellitus
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Voeding en spijsvertering

Ons lichaam heeft energie nodig om te kunnen functioneren. Deze energie wordt opgenomen uit de dagelijkse voeding. Voeding bestaat uit verschillende voedingsmiddelen met daarin een aantal belangrijke voedingsstoffen: 

  • koolhydraten
  • vetten
  • eiwitten
  • voedingsvezels 

Tijdens de spijsvertering wordt de voeding in het maagdarmkanaal afgebroken tot voedingsstoffen. Deze zijn te verdelen in stoffen die kunnen worden verteerd en stoffen die niet kunnen worden verteerd. De koolhydraten, vetten en eiwitten worden opgenomen in het bloed en vervoerd naar alle cellen van het lichaam. De onverteerbare voedingsvezels blijven in de darmen achter. 
De vertering en opname van voeding kunnen in een tekening als volgt worden weergegeven:

De vertering en opname van voeding

Het voedingsadvies bij diabetes mellitus is gebaseerd op de Schijf van Vijf met extra aandacht voor koolhydraten en vetten.

Koolhydraten 
Koolhydraten zijn de brandstof van ons lichaam. Zij worden in de maag en de darmen uiteindelijk omgezet tot glucose en opgenomen in het bloed. Ze leveren de energie die nodig is om te kunnen leven. De term koolhydraten is de verzamelnaam voor: 

  • glucose (druivensuiker): in druivensuikertabletten
  • fructose (vruchtensuiker): in fruit en vruchtensappen
  • lactose (melksuiker): in melkproducten zoals melk, yoghurt en karnemelk
  • sacharose (suiker): in alle producten met suiker, zoals koekjes, gebak en frisdranken
  • zetmeel: in aardappelen, brood, granen, peulvruchten, en dergelijke

De verschillende soorten koolhydraten zijn in te delen in ‘snelle’ en ‘langzame’ koolhydraten.
Snelle koolhydraten worden snel en gemakkelijk in het bloed opgenomen, langzame koolhydraten trager en moeilijker. De opnamesnelheid van de koolhydraten wordt ook beïnvloed door de andere voedingsstoffen in de maaltijd (eiwitten, vetten en voedingsvezels). Zij helpen het proces trager te laten verlopen.

Vetten 
Vet wordt over het algemeen door het lichaam als brandstof gebruikt en is opgebouwd uit: 

  • verzadigde vetzuren: onder andere in roomboter, volvette kaas, chocolade en slagroom
  • onverzadigde vetzuren: onder andere in dieethalvarine, dieetmargarine, plantaardige olie, vis en noten

Vetten worden in de maag en de darmen uiteindelijk afgebroken tot vetzuren en opgenomen in het bloed. Onverzadigde vetzuren hebben een positief effect op het cholesterolgehalte in het bloed (ze zijn cholesterolverlagend). Verzadigde vetzuren hebben een negatief effect op het cholesterolgehalte (ze zijn cholesterolverhogend). Een hoog cholesterolgehalte in het bloed verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. Door diabetes is het risico op hart- en vaatziekten al iets verhoogd. Op vet letten is daarom extra belangrijk.

Eiwitten 
Eiwitten zijn de bouwstenen voor het lichaam. Zoals een muur opgebouwd wordt uit stenen, worden de cellen van het lichaam opgebouwd uit eiwitten. Ze zijn nodig voor groei, vervanging van oude cellen en herstel van weefsel. Eiwitten worden in de maag en de darmen afgebroken en opgenomen in het bloed. Zij komen onder andere voor in vlees, vis, melk en melkproducten, peulvruchten, aardappelen en brood.

Voedingsvezels 
Voedingsvezels zijn voor het lichaam niet te verteren. Vezels zijn in staat vocht op te nemen en verbeteren daardoor de werking van de darmen en helpen bij de stoelgang. Voedingsvezels komen onder andere voor in fruit met schil, groenten, peulvruchten, zilvervliesrijst, bruin- en volkorenbrood.

Voedingstips 
Houd u zich bij diabetes mellitus aan deze voedingstips: 

  • Stem de hoeveelheid koolhydraten, lichaamsbeweging en insuline (of tabletten) goed op elkaar af om te voorkomen dat het glucosegehalte in het bloed te hoog of te laag wordt. Uw diëtist kan u daarbij helpen.
  • Een regelmatig eetpatroon helpt het glucosegehalte in uw bloed stabiel te houden.
  • Kies bij voorkeur voor producten die weinig vet bevatten. Vette voeding geeft meer kans op hart- en vaatziekten en overgewicht.
  • Kies voor producten met onverzadigde vetzuren. Zij hebben een gunstig effect op het voorkomen van hart- en vaatziekten. Ook helpen ze onder andere een (te) hoog cholesterol te verlagen.
  • Zorg voor een goed lichaamsgewicht (het gewicht dat past bij uw lengte).
  • Bij overgewicht kan afvallen helpen. Minder lichaamsgewicht kan ervoor zorgen dat het bloedglucosegehalte lager wordt of dat u minder insuline of tabletten nodig heeft.
  • Drink voldoende, per dag minimaal anderhalve liter. Alles wat u drinkt telt mee. Dus niet alleen water, maar bijvoorbeeld ook thee, koffie en melk. 
Meetlat gezond gewicht

Werkwijze meetlat gezond gewicht 

  1. Zoek uw lengte op de linkerlijn.
  2. Zoek uw lichaamsgewicht op de middelste lijn.
  3. Verbind beide punten met een liniaal en trek een streep zoals in het voorbeeld gebeurd is.
  4. Lees op de rechterlijn het oordeel over uw lichaamsgewicht.

Schijf van Vijf 

De Schijf van Vijf van het Voedingscentrum bestaat uit vijf vakken vol goede producten om uit te kiezen. Kies elke dag genoeg uit elk vak en varieer daarbij volop. Als u eet volgens de Schijf van Vijf krijgt u van alles voldoende binnen, zoals: vitaminen, mineralen en vezels. Producten die binnen de Schijf van Vijf passen, zijn vooral: 

  • minder bewerkte en onbewerkte producten
  • producten zonder of met weinig toegevoegde suikers of zout
  • producten met weinig vet
  • vezelrijke producten

Kies niet te vaak en niet te veel producten die buiten de Schijf van Vijf vallen. Dan blijft u makkelijker op gewicht en vergroot u de kans op een gezonde oude dag.

Eten volgens de Schijf van Vijf betekent: 

  • veel groente en fruit
  • vooral volkoren producten, zoals: volkorenbrood, volkoren pasta, couscous en zilvervliesrijst
  • minder vlees en meer plantaardig. Varieer met vis, peulvruchten, noten, eieren en vegetarische producten
  • genoeg zuivel, zoals: melk, karnemelk en yoghurt
  • dagelijks een handje ongezouten noten
  • zachte of vloeibare smeer- en bereidingsvetten
  • voldoende vocht, zoals: kraanwater, thee en koffie

Meer over de Schijf van Vijf staat op de website van het Voedingscentrum 

Aanbevolen dagelijkse hoeveelheden 

Wanneer u dagelijks onderstaande hoeveelheden gebruikt en zorgt voor voldoende afwisseling in uw voeding, dan krijgt u alle voedingsstoffen voldoende binnen. 

Voedingsmiddelen

19 tot 50 jaar

51 tot 70 jaar

70 jaar en ouder

Groente

5 opscheplepels (250 gram)

5 opscheplepels (250 gram)

5 opscheplepels (250 gram)

Fruit

2 porties (200 gram)

2 porties (200 gram)

2 porties (200 gram)

Brood

4-5 sneetjes (vrouwen)

6-8 sneetjes (mannen)

3-4 sneetjes (vrouwen)

6-7 sneetjes (mannen)

3-4 sneetjes (vrouwen)

4-6 sneetjes (mannen)

Aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten

4-5 opscheplepels volkoren graanproducten of kleine aardappelen (200-250 gram)

3-4 opscheplepels volkoren graanproducten of kleine aardappelen (150-200 gram)

3-4 opscheplepels volkoren graanproducten of kleine aardappelen (150-200)

Vlees, kip of vleesvervangers

Maximaal 100 gram

Maximaal 100 gram

Maximaal 100 gram

Eieren

2-3 per week

2-3 per week

2-3 per week

Peulvruchten

Minimaal 1 keer per week (100-150 gram)

Minimaal 1 keer per week (100-150 gram)

Minimaal 1 keer per week (100-150 gram)

Vis

Minimaal 1 keer per week (100 gram)

Minimaal 1 keer per week (100 gram)

Minimaal 1 keer per week (100 gram)

Ongezouten noten

25 gram

15 gram (vrouwen)

25 gram (mannen)

15 gram

Melkproducten

2-3 porties (300-450 ml)

3 porties (450 ml)

4 porties (600 ml)

Kaas

2 plakken kaas (40 gram)

2 plakken kaas (40 gram)

2 plakken kaas (40 gram)

Smeer- en bereidingsvetten

40 gram (vrouwen)

65 gram (mannen)

40 gram (vrouwen)

65 gram (mannen)

35 gram (vrouwen)

55 gram (mannen)

Dranken (incl. melk)

1,5 - 2 liter

1,5 - 2 liter

1,5 - 2 liter

Voedingsmiddelen zonder suiker 

Het is voor iedereen ongezond om regelmatig suiker te gebruiken of voedingsmiddelen waar suiker in zit. Maar deze producten laten staan, is meestal makkelijker gezegd dan gedaan.
Aan sommige voedingsmiddelen is geen suiker toegevoegd of de suiker is vervangen. Deze producten zijn te herkennen aan deze termen op de verpakking: 

  • lightproducten
  • ongezoet of zonder toevoeging van suiker
  • zoetstoffen
  • diabetesproducten

Lightproducten 
Er zijn diverse lightproducten verkrijgbaar. De term ‘light’ mag worden gebruikt als er minimaal 30 procent minder energie (kcal), vet of suiker in het product zit, vergeleken met het gewone product. Op de verpakking moet staan of het om energie, vet of suiker gaat. Voorbeelden van lightproducten zijn: light kaas, light chips, light stroopwafels of light frisdranken. 

Voedingsmiddelen met vet 
Bij voedingsmiddelen waarin vet zit geeft de term light alleen aan dat het product ongeveer 30 procent minder vet bevat dan het oorspronkelijke product. Een lightproduct is dan ook niet zonder meer een mager product. Bijvoorbeeld smeerpaté light bevat 30 procent minder vet dan gewone paté. Maar het blijft vetter dan magere vleeswaren. 

Voedingsmiddelen met suiker 
Bij voedingsmiddelen waar suiker in zit, geeft de term light aan dat er tenminste 50 procent minder suiker aan toegevoegd is óf dat de suiker (gedeeltelijk) vervangen is door zoetstof. Light vruchtensap bevat bijvoorbeeld 50 procent minder suiker dan gewoon vruchtensap. Dit betekent dat er nog altijd vruchtensuikers in dit product zitten. Houd hier rekening mee in uw dieet. 

Light-frisdranken 
De enige uitzondering binnen de groep lightproducten zijn de light-frisdranken. Daarin is de suiker geheel vervangen door een zoetstof die geen of heel weinig koolhydraten bevat. Dit product bevat dus geen suiker en heeft dan ook geen invloed op het bloedglucosegehalte. Maar vanwege de kunstmatige zoetstoffen wordt aanbevolen niet meer dan twee tot drie glazen per dag te drinken. 

Ongezoet, zonder toegevoegde suiker 
Op de verpakking van voedingsmiddelen kan deze termen staan: 

  • ongezoet 
  • zonder toegevoegde suiker

Dit wil niet zeggen dat er geen koolhydraten in het product zitten. Puur en ongezoet vruchtensap is gemaakt van vruchten. In vruchten zitten vruchtensuikers. Vruchtensuiker is een koolhydraat waardoor de bloedsuikerspiegel stijgt. Bij ongezoete producten en producten zonder toegevoegde suiker moet u dus bedenken dat er toch suiker in het product kan zitten, omdat dit er van nature in zit. Lees daarom op de verpakking of er suiker in het product zit. 

Zoetstoffen 
In plaats van suiker in thee en koffie kunt u zoetstoffen gebruiken. Maar het is verstandiger om de zoete smaak af te leren en uw koffie en thee te drinken zonder zoetstof. Als u cake, gebak en dergelijke maakt, kunt u gewoon suiker gebruiken. Op voorwaarde dat u de voeding en de insuline (of tabletten) op elkaar afstemt. 
De zoetstoffen zijn te verdelen in: 

  • zoetstoffen die energie leveren
  • zoetstoffen die geen energie leveren

Zoetstoffen die evenveel energie leveren als suiker zijn: 

  1. sorbitol
  2. xylitol
  3. fructose

Sorbitol en xylitol hebben een laxerende werking. Het advies is dan ook om niet boven een bepaalde dosering per dag uit te komen. De dosering staat vermeld op de verpakking. Fructose is een andere naam voor vruchtensuiker. Fructose wordt omgezet in glucose en verhoogt daarmee uw bloedglucosegehalte. 

Zoetstoffen die geen energie leveren, zijn bijvoorbeeld aspartaam, cyclamaat en sacharine. Deze zoetstoffen verhogen uw bloedglucosegehalte niet en kunt u veilig gebruiken. Omdat deze zoetstoffen kunstmatig zijn en buiten de Schijf van Vijf vallen, raden we aan om deze weinig te gebruiken. 
Zoetstoffen zijn verkrijgbaar in de vorm van: 

  • Zoetjes
    Deze tabletjes kunt u gebruiken in warme vloeistoffen. Ze leveren geen energie.
  • Vloeibare zoetstoffen
    Hiervan kunt u enkele druppeltjes gebruiken in koude gerechten en dranken. Ze leveren geen energie.
  • Poedervormige zoetstoffen
    Deze kunt u zowel in koude als warme gerechten en dranken gebruiken. Deze zoetstoffen leveren meestal ook geen energie.

Voor het gebruik en de samenstelling van deze zoetstoffen adviseren wij u de verpakking te lezen. De voorkeur gaat uit naar zoetstoffen die geen energie bevatten. 

Diabetesproducten 
Deze producten zijn overbodig geworden door de laatste inzichten. Het gebruik ervan wordt zelfs afgeraden, omdat de suiker in deze producten is vervangen door een energieleverende zoetstof. Ook zit er veel (verzadigd) vet in de producten. Omdat de toegevoegde suiker vervangen is door een zoetstof, worden deze producten ‘suikervrij’ genoemd. Maar dat ze suikervrij zijn, wil niet zeggen dat er geen koolhydraten in het product zitten. Zo bevat een suikervrije stroopwafel wel veel koolhydraten in de vorm van zetmeel.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: