Aandoening, behandeling en onderzoek
Patiënte met arts en verpleegkundige in behandelkamer

Algehele Anesthesie

U ondergaat binnenkort een operatie. In overleg met de anesthesioloog heeft u besloten dat de operatie plaatsvindt onder algehele anesthesie (narcose). Hier leest u meer informatie hierover.

Voorbereiding thuis 

Voor een veilige narcose is het erg belangrijk dat u voor de operatie nuchter bent. Dit betekent dat uw maag leeg moet zijn. Daarom mag u vanaf zes uur voor de opname niets meer eten. Meer informatie hierover vindt u in de bijgevoegde 'instructies voor de operatie'. Lees deze informatie grondig door want als u niet nuchter bent gaat de operatie niet door! 

Voorbereiding in het ziekenhuis 

In de voorbereidingsruimte krijgt u een infuus in een bloedvat van de handrug of onderarm. Op de borst krijgt u stickers voor de hartbewaking. U krijgt een bloeddrukband om de bovenarm en een knijpertje op de vinger om het zuurstofgehalte in het bloed te bewaken. Als met u is afgesproken dat u ook een pijnbestrijdingskathetertje in de rug krijgt, wordt dat nu ingebracht.

Het toedienen van de verdoving 

Op de operatiekamer spuit de anesthesioloog via het infuus de slaapmiddelen in. Het wegraken gebeurt heel geleidelijk. Het inspuiten kan een (soms pijnlijke) prikkeling van de bloedvaten in de arm tot gevolg hebben. Zodra u slaapt, treft de anesthesioloog alle maatregelen die voor uw veiligheid noodzakelijk zijn. Het kan nodig zijn om de luchtweg vrij te houden. Dit gebeurt via een eenvoudige keelpijp om de tong op zijn plaats te houden of door het plaatsen van een buisje in de luchtpijp. U zult hier niets van merken. Wel kan uw keel na de narcose wat geïrriteerd zijn. 

Als u bruggen, kronen of losse tanden heeft, meldt dit dan bij de anesthesioloog. Indien uw gebit in een slechte conditie verkeert, kan losraken van tanden en/of kiezen niet altijd voorkomen worden. Dit gebeurt bijvoorbeeld als u bij het wakker worden onbewust hard op de beademingsbuis bijt.

Het inbrengen van een eventuele maagsonde of urinekatheter gebeurt altijd onder narcose zodat u daar geen hinder van ondervindt.

Tijdens de operatie 

Bij de operatie is een anesthesiemedewerker of anesthesioloog aanwezig. Deze controleert uw bloeddruk, hartslag en ademhaling.

Na de operatie 

Na de operatie wordt de controle van hartslag, ademhaling en bloeddruk voortgezet op de uitslaapkamer. Zodra u goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling met een infuus, totdat u weer mag drinken. Wanneer u pijn heeft of misselijkheid voelt opkomen, meld dit dan bij de verpleging. 

Opmerkingen 

Rijnstate is een opleidingsziekenhuis. U zult daarom op al onze ziekenhuislocaties zowel anesthesiologen als anesthesiologen in opleiding tegenkomen. Ook kan het voorkomen dat degene die de verdoving toedient een ander is dan degene die u tijdens het Pre Operatieve Spreekuur (POS) gesproken heeft.

Vragen 

Met vragen over de narcose kunt u terecht bij de medewerkers van de POS, telefoonnummer 088 – 005 6172 (Rijnstate Arnhem/Velp) of 088 – 005 9784 (Rijnstate Ziekenhuis Zevenaar). Met vragen over de operatie kunt u contact opnemen met uw specialist.

Sluiten

Welke informatie wilt u downloaden?

De pagina die u nu bekijkt, is automatisch aangevinkt om te downloaden. Ziet u hieronder nog meer pagina’s staan? Dan kunt u zelf aanvinken welke pagina’s u wilt toevoegen.

De huidige pagina

Lettergrootte PDF
Deel PDF via: